Spreekwoorden, gezegden of uitdrukkingen over bijten. Zoals blaffende honden bijten niet. Onder het spreekwoord staat de betekenis zodat je meteen weet wat het betekent. Je kunt de teksten bijvoorbeeld gebruiken als status update op Facebook, Skype, WhatsApp, SMS, Twitter enzovoorts, of om je huiswerk te maken voor school.
Weet jij nog een spreekwoord of gezegde dat hier nog niet bij staat? Laat dan een berichtje achter onderaan deze pagina.
Spreekwoorden waarin bijten voor komt
Het spits afbijten.
Ermee beginnen.
Blaffende honden bijten niet.
Degenen die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk.
Een gans blaast wel, maar bijt niet.
Je moet niet bang zijn voor iemand die schreeuwt.
In eigen staart bijten.
Zichzelf benadelen.
Kwade honden bijten elkaar niet.
Slechte mensen helpen elkaar.
Op een houtje bijten.
Honger hebben.
Ik zal je eens op je tanden laten bijten.
Ik zal je geduld laten beoefenen. (meer spreekwoorden met tanden)
Door de zure appel (heen) bijten.
Het onaangename doen.
Hij zou een oortje in vieren bijten.
Hij is erg gierig.
Als hij tanden in zijn gat had, beet hij zijn eigen hemd kapot.
Hij is zeer kwaad.
Mijn molen maalt niet meer.
Ik kan niet meer goed bijten, mijn gebit is slecht.
Hij zou een cent in tweeën bijten.
Hij is erg gierig.
Dode honden bijten niet (al zien ze lelijk).
Van doden is geen gevaar te duchten.
Aan de vishaak bijten.
Zich laten vangen, toehappen.
De duiten bijten hem.
Hij kan niet sparen en verspilt zijn geld.
De centen bijten hem.
Hij kan niet sparen en verspilt zijn geld.
Van zich afbijten.
Zich verzetten.
De hand bijten die je voedt.
De persoon aan wie je iets te danken hebt kwaad doen.
Een vreemde eend in de bijt
Een vreemde zijn in de groep.
In het zand bijten.
Verliezen of veel tegenstand krijgen.
Zich ergens in vastbijten.
Iets niet los kunnen laten en het verder onderzoeken.
In het stof bijten.
Verliezen of veel tegenstand krijgen.
Er komen met krabben en bijten.
Er met heel veel moeite komen.
Het habijt aannemen.
In het klooster gaan.
Hongerige luizen bijten scherp.
Met de arme mensen heeft men de meeste last.
Van zich afbijten.
Zich fel verdedigen.
Magere luizen bijten scherp.
Met de armsten heb je de meeste last.
Zich op de lippen bijten.
Zich inhouden om niet te gaan lachen of kwaad te worden.
Zijn eigen luizen bijten hem.
Hij wordt gekweld door zijn eigen kinderen.
Dat bijt elkaar niet.
Dat kan samen.
Een kribbebijter.
Een lastig persoon.
Hij is in de berenbijt geweest.
Men heeft hem erg toegetakeld.
Op de magerste paarden bijten de dazen.
Arme mensen hebben vaak pech.
Hij bijt aan de angel.
Hij laat zich makkelijk beetnemen.
Een pilaarbijter.
Een schijnheilige.
Iemand iets in het oor bijten.
Iemand iets op bitsige wijze influisteren.
Een centenbijter.
Een gierig persoon.
Eerst om in te bijten en dan om op te schijten.
Eerst verliefd, later alleen nog maar haat.
Hij bijt zich op de tanden.
Hij is heel erg boos, maar probeert zich te beheersen.
De beet moet naar de mond wezen.
Je moet niet meer willen dan je aan kan.
Weet jij nog een spreekwoord of gezegde in deze categorie?
Weet jij nog spreekwoorden over bijten? Laat dan een bericht met dat spreekwoord achter onderaan de pagina.