Klokken zijn niet alleen maar tijdsinstrumenten, ze zijn ook een bron van spreekwoorden en uitdrukkingen.
Hier vind je populaire Spreekwoorden en gezegden met klok, met de betekenis meteen onder het spreekwoord.
Bekende Spreekwoorden die over klokken gaan
Spreekwoord: De klok luiden maar niet schaften.
Betekenis: Wel beloven maar niet doen.
Een man van de klok zijn.
Iemand die steeds precies op tijd is.
Iets aan de grote klok hangen.
Iets algemeen bekend maken.
Een stem als een klok.
Een luide, duidelijk stem.
Weten wat de klok slaat.
Weten hoe laat het is, of er vanaf weten.
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
Het is nergens zo goed als thuis.
Aan het klokzeel hangen.
Iets bekend maken.
Aan de klok hangen.
Algemeen bekend maken.
De grote klok luiden.
Iets op opvallende wijze bekend maken.
Wie de klok luidt kan niet in processie gaan.
Je kan maar een ding tegelijk doen.
De brandklok luiden.
Enorm tekeer gaan.
Een kapotte klok duidt tweemaal daags de juiste tijd aan.
Domme mensen kunnen af en toe toch gelijk hebben.
Dat gaat erin als klokspijs.
Dat gaat er gemakkelijk in.
De klok achteruit zetten.
Terug naar oude toestanden gaan.
De klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt.
Ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten.
Zijn poortklok openzetten.
Hij is aan het schreeuwen.
Waar een klok luidt daar is een kapel.
Van een gerucht is altijd wel iets waar.
Hij heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt.
Hij weet er wel iets over, maar kent de juiste toedracht niet.
Iets aan de klokreep hangen.
Iets algemeen bekend maken.
Hij is een klokkenluider.
Hij is iemand die misstanden in de openbaarheid brengt.
Als de klok luidt zit er een engel in de toren.
Als de fabrieksfluit te horen is mag je naar huis.
Overal zijn klokken, maar nergens is tijd.
De klok is altijd aanwezig, maar tijd heeft men niet.
Hij luidt de klok maar schaft niet.
Je kunt niet van zijn beloftes op aan.
Men kent de klok aan heuren galm.
Aan de manier waarop men praat herken je de aard van de spreker.
Al wat de klok slaat.
Er is van niets anders sprake.
Het klokje van gehoorzaamheid tikt.
het is bedtijd.
Dat klink als een klok.
Dat is schitterend.
Wie de klok luidt, kan kerkgangers verwachten.
Daden hebben consequenties.
Het klokje rond slapen.
Erg lang (uit)slapen.
Wie de klok luidt heeft het touw nog niet in handen.
Wie veel lawaai maakt is nog niet de baas.
Hij weet wat de klok geslagen heeft.
Hij is goed op de hoogte.
Als de klok van Rome nu slaat, blijft je gezicht altijd zo staan.
wordt gezegd tegen kinderen die gekke gezichten trekken.
Hij heeft een naam die klinkt als een klok.
Zijn naam is erg bekend bij de mensen.
Als de klok luidt zit er een engel in de toren.
De bel aan het eind van de werkdag geeft aan dat je eindelijk naar huis mag.
Die maar één klok hoort, hoort maar één toon.
Je moet naar alle partijen luisteren als je een goed oordeel wilt geven.
Weet jij nog een spreekwoord of uitdrukking over klokken en de betekenis? Laat een bericht achter!
Bekijk ook de Spreekwoorden met Tijd.
“zijn klok gaat op Lee”
Plaatselijke uitdrukking, Lee = Lede, waar een psychiatrische inrichting is.
Betekenis: die klok gaat niet juist