Poten zijn een belangrijk onderdeel van het lichaam van veel dieren. Ze worden gebruikt om te lopen, te rennen, te springen, te klimmen, te zwemmen en te graven. In de Nederlandse taal zijn er veel spreekwoorden die over poten gaan. Deze spreekwoorden hebben vaak een dubbele betekenis. Ze kunnen letterlijk over poten gaan, maar ze kunnen ook figuurlijk gebruikt worden. De betekenis staat er meteen onder.
Spreekwoorden met Poten en de betekenis
Spreekwoord: Vijf poten aan een schaap zoeken.
Betekenis: Iets proberen te vinden dat er niet is.
Op hoge poten.
Zeer verontwaardigd of boos.
Iemand een poot uitdraaien.
Iemand te veel laten betalen.
Geen poot aan de grond kunnen krijgen.
Geen schijn van kans hebben.
Pootje lichten.
Iemand doen struikelen.
Zijn poot stijf houden.
Bij zijn standpunt blijven en niet toegeven.
Op zijn poot spelen.
Boos uitvallen.
Op zijn pootjes terecht komen.
Het komt vanzelf wel voor elkaar.
De poten onder iemands stoel wegzagen.
Iemands positie verzwakken.
Op zijn achterste poten gaan staan.
Zo veel mogelijk moeite doen, of boos worden.
Een kat komt altijd weer op zijn poten terecht.
Uiteindelijk komt het toch weer in orde.
Dat zijn hanepoten.
Dat is een onduidelijk geschreven.
Hij is uit de paardepoten gekomen.
Hij is weggevlucht.
Een luis in iemands poten zetten.
Iemand last berokkenen.
Met hangende pootjes (thuis komen).
Zeer tegen zijn zin thuis komen, of schuldbewust thuis komen.
Op de poot spelen.
Bij de kleinste tegenslag flink te keer gaan.
Opzitten en pootjes geven.
Zich onderwerpen.
Men moet geen oude bomen verpoten.
Je moet oudere mensen niet uit hun vertrouwde omgeving halen.
Spinnenkoppen zijn geen struisvogels, al hebben ze lange poten.
Enkele gelijke kenmerken geven helemaal geen zekerheid.
Vijf poten aan een kalf zoeken.
Iets proberen te vinden dat er niet is.
De poten onder zijn stoel zagen.
Zijn positie ondermijnen.
Peerden vallen ook al hebben ze vier poten.
Iedereen doet wel eens iets verkeerds.
Op poten staan.
Georganiseerd zijn, in orde zijn.
Op poten stellen.
Iets organiseren.
Men hoeft geen luizen in de pels te poten.
Men moet niemand last berokkenen.
Poot-aan spelen.
Hard doorwerken om op tijd te zijn.
Hij wil vijf poten aan een schaap hebben.
Hij is ontevreden met wat hij heeft gekregen.
Op poten zetten.
(iets) organiseren.
Geen poot uitsteken.
Niks doen.
Iets op poten zetten.
Iets nieuws opstarten.
Dat staat op poten.
Dat staat op schrift.
Op hoge poten ergens heen gaan.
Zeer verontwaardigd of boos ergens heen gaan om de waarheid te zeggen.
Hij schrijft hanenpoten.
Hij schrijft erg onduidelijk.
Paarden vallen ook al hebben ze vier poten.
Iedereen doet wel eens iets verkeerds.
Weet jij nog een spreekwoord, gezegde of uitdrukking die thuis hoort in deze categorie? ? Laat dan een bericht achter met dat spreekwoord en de betekenis als je die weet.