Brand is een van de meest voorkomende natuurrampen ter wereld. Het kan grote schade aanrichten aan gebouwen, natuur en eigendommen. Maar brand is ook een bron van inspiratie voor spreekwoorden en gezegdes. Denk aan teksten zoals iemand uit de brand helpen. Bekijk hier ons artikel over vuur spreekwoorden.
Weet jij nog een spreekwoord of gezegde dat hier nog niet bij staat? Laat dan een berichtje achter onderaan deze pagina.
Brand Spreekwoorden met de betekenis
Spreekwoord: Er gaat een lampje branden.
Betekenis: Het wordt nu allemaal duidelijk.
De brand is geblust.
Het probleem is opgelost.
Wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten.
Als je iets doms doet moet je de gevolgen dragen.
Zijn blad is niet verbrand.
Iets goed kunnen vertellen.
Hij is daar erg op gebrand.
Hij waardeert dat enorm.
In de brand zitten.
Schulden hebben of in de problemen zitten.
Dat gaat aanbranden.
Dat loopt slecht af.
Iemand een uitbrander geven.
Iemand berispen.
Hij is brandhout voor de hel.
Hij is een slecht mens.
De brandklok luiden.
Alarm slaan.
Hij laat zijn kaars aan twee kanten branden.
Hij verspilt veel geld.
Zo mager als brandhout.
Erg mager.
Hij is niet vooruit te branden.
Hij is erg lui.
Zijn schepen achter zich verbranden.
Er is geen weg terug meer mogelijk.
Liever opbranden dan uitdoven.
Intensief leven.
Iemand brandmerken.
Iemand in het openbaar beschuldigen.
Hij is snel aangebrand.
Hij wordt snel boos.
De rode haan laten kraaien.
Brand stichten.
Branden als een lier.
Flink branden.
Die zich uit de rook houdt zal zich niet branden.
Als je de problemen niet opzoekt zal je ook niets overkomen.
Iemand burgemeester van een afgebrand dorp maken.
Iemand uitschakelen.
Zijn moeders huis in brand gestoken.
Hij is trots op zijn schandelijke daad.
Trouwen is beter dan branden.
Je kunt beter trouwen dan naar iemand verlangen.
Wanneer een oude schuur in brand vliegt, is die moeilijk te blussen.
Verliefdheid op hoge leeftijd.
Zij gaan gearmd naar de brand.
Zij gaan samen ergens naar toe.
Het geld brandt in zijn zak.
Hij geeft al zijn geld meteen uit.
Vuur bij het vlas brand wonder ras.
Je moet twee (ongetrouwde) geliefden niet te veel de gelegenheid geven.
Een kaars voor de Duivel branden.
Uit eigenbelang de slechte daden van iemand afzwakken.
Brand je vingers niet.
Pas op dat je de regels niet overtreedt.
Iemand uit de brand helpen.
De problemen van iemand oplossen.
Branden als een fakkel.
Ontzettend fel branden.
Hij is bang zich aan koud water te branden.
Hij is overdreven voorzichtig.
Moord en brand schreeuwen.
Heel erg tekeer gaan.
Wilt ge brand vermijden vraagt bijtijds uw schouw.
Je moet op tijd voorzorgsmaatregelen nemen.
Voor iedere heilige een kaars branden.
Iedereen die het verdiend bedanken.
Waar het werk bij het vuur ligt is brand te vrezen.
Je moet twee (ongetrouwde) geliefden niet te veel de gelegenheid geven.
Een brandbrief.
Brief met dringend verzoek tot actie.
Een boom in brand steken.
Tegen een boom plassen.
Een rots in de branding zijn.
Betrouwbaar zijn.
Het vuurtje aan het branden maken.
Ergens ruzie over gaan maken.
Spottershuisjes branden licht / Spottershuisje brandt ook.
Je moet anderen niet bespotten want je kan ook zelf het slachtoffer worden.
Hij steekt zijn huis in brand om zich aan de kolen te warmen.
Hij maakt zichzelf in het nadeel om een klein voordeel te behalen.
Weet jij ook nog een mooi spreekwoord of uitdrukking over Brand en de betekenis, laat dan een bericht met dat spreekwoord achter onderaan deze pagina.
Betekenis opzoeken van spreekwoorden of gezegden
Heb je nog niet gevonden wat je zocht? Gebruik dan de zoekfunctie rechtsboven.
even plassen (tegen boom):
“even een vuurtje blussen” of “zo, die steken ze niet meer in de brand”
In de brand, uit de brand.
Door een brand (verzekeringspenningen) uit de problemen geraken.