In het Nederlands zijn er veel spreekwoorden en uitdrukkingen die gaan over passen en meten. Deze spreekwoorden geven vaak wijze raad of zijn gebaseerd op praktische ervaring.
Je kunt de spreekwoorden en gezegden gebruiken voor school, of bijvoorbeeld als statusupdate plaatsen op Facebook, Skype of Twitter.
Overzicht van Spreekwoorden met passen en meten
Spreekwoord: Iets breed uitmeten.
Betekenis: Iets uitvoerig beschrijven, of ergens erg overdreven over praten. (Meer spreekwoorden over breed kun je hier vinden).
Met twee maten meten.
Voor twee mensen niet dezelfde maatstaven hanteren.
Meten is weten, gissen is missen.
Je kunt beter afmetingen meten dan schatten.
Iemand van het hoofd tot de voeten meten.
Iemand nauwkeurig onderzoeken.
Zijn krachten met iemand meten.
Kijken wie het sterkste is.
Past het Goliath niet dan past het David.
Je kunt de kleding van je broer afdragen.
Als een tang op een varken passen.
Niet bij elkaar passen.
Door meten tot weten.
Je weet iets pas echt zeker als je het gemeten hebt.
Met de maat waarmee gij meet, zal u weder gemeten worden.
Zoals je anderen behandelt, zul je zelf ook behandeld worden.
Wie de schoen past trekke hem aan.
Degene die zich aangesproken voelt kan zijn gedrag hierop aanpassen.
Bij elkaar passen als twee trommelstokken.
Goed bij elkaar passen.
Met de ogen meten.
Schatten.
Breed uitmeten.
Uitvoerig vertellen.
Zich met iemand meten.
Met iemand wedijveren.
Dat past als een klink op een kraaiennest.
Dat past helemaal niet bij elkaar.
Hij past goed op zijn dubbeltjes.
Hij is geen vrek maar let wel goed op zijn bestedingen.
Aan iets een mouw weten te passen.
Ergens een oplossing voor weten.
Die aan de galge past en zal niet verdrinken.
Ieder wacht het lot waarvoor hij is bestemd.
Dat past als een himphamp op een mosterdmolen.
Dat past niet bij elkaar.
Met passen en meten wordt de meeste tijd versleten.
Door overbodige voorbereidingen gaat veel tijd verloren.
Iemand de pols voelen.
De hartslag meten bij iemands pols.
In het huisje wegen.
Precies het juiste gewicht meten.
Op je tellen passen.
Goed opletten om niets fout te doen.
Geld is een sleutel die op alle sloten past.
Met geld krijg je alles voor elkaar.
Dat past in mijn holle kies.
Dat is maar een heel klein beetje eten.
Dat past als een haspel op een moespot.
Dat heeft er niets mee te maken.
Dat past als een vuist op een oog.
Dat is daarvoor niet goed.
Aan een klein vogelken past geen grote bek.
Kinderen horen niet brutaal te zijn.
Weet jij nog spreekwoorden of uitdrukkingen met Passen of Meten? Laat dan een bericht achter met dat spreekwoord.
De uitleg hierover klopt niet, want het gezegde is niet volledig. Het moet zijn:
Met passen en meten wordt veel tijd versleten,
Maar wie ’t niet doet, doet ’t werk niet goed.
hoe kan ik pagina printen